Als ik door het maaiveld omhoog ga,
de onthoofde nasleep,
glad gelegd als riet met de zware dauw,
de helft sluit het tuinpad af.
en als ik naar de tuin kom,
het gezoem van nuchtere vogels
omhoog uit de wirwar van verdord onkruid
is droeviger dan welke woorden dan ook
een boom naast de muur staat kaal,
maar een blad dat bruin bleef hangen,
ik twijfel er niet aan, door mijn gedachte,
komt zacht ratelend naar beneden.
ik eindig niet ver van mijn vertrek
door het vervaagde blauw te kiezen
van de laatst overgebleven asterbloem
om weer naar je toe te dragen.
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem