Wanhopig roep ik de goden aan
en vraag ze of ze echt bestaan
ik lig dan rustig in mijn bed
en doe mijn elke nacht gebed
om ‘s morgens fris weer op te staan
en heb ik zin, ik koffie zet
en soms ligt er een engel bij
en snurkt dan lieflijk van langszij
ik vouw dan zachte vleugels fijn
zodat ik dicht bij haar kan zijn;
ik vouw dan zachte vleugels fijn
zodat ik dicht bij haar kan zijn. M
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem