Iedereen Een Podium Poem by Madrason .

Iedereen Een Podium

Over de Pietluttigheid van meningen, het gebrek aan vertrouwen in de politiek en over de tolerantie van intolerantie.

Een mening hebben is prima, mooier nog als die stoelt op inhoud of op eerlijke emotie.
We mogen tegen Piet of Sint stemmen, het racisme noemen en het zelfs laken maar mogen kinderen on-ingedoctrineerd door onze democratische meningen worden geprogrammeerd met die zaken?

Het individu is zelfs doorgeslagen binnen de groep, dat biedt hoop maar baart ook zorgen.
Het valt me op dat mensen bang zijn zich te uiten, dat het gevolgen voor ze kan hebben denken ze, en soms zien ze het ook om zich heen gebeuren. We zijn verleerd te discuteren of een waar dialoog aan te gaan met ons omveld / onze omgeving.

Het oordeel ligt op de loer als een trouwe vriend der verworvenheden. De vanzelfsprekendheid van een sociale orde welke men niet eens begrijpt of kan definiëren zorgt voor meer ruis en ergernissen.
De angst staat de echte ontmoetingen in de weg, de vervreemding slaat toe en dat moet een frustratie zijn die men graagventileert als doekje voor het bloeden zonder er een buil aan te hoeven vallen.

Deze snelle tijd neemt ook in zich dat inzichten vaak op ego ervaringkjes stoelen en niet op dieptegang, men leest hier wat en daar wat en denkt in die vlugheid een schat aan kennis tot zich genomen te hebben. Dan spreekt men vanuit de onderbuik en Boeh en Bah en oh wat machtig prachtig en men krijgt dopaminemomentjes als loon te over. Eten we nog samen aan tafel en praten we dan over ons wedervaren, krijgen we nog weerwoord van ervaring?

Onze rekenvaardigheid en taal sloffen in het hoge tempo er achteraan en lijken betekenis te verliezen, lijden aan inflatie dus. Zo rijk we zijn en zo democratisch we het ook trachten, waar zijn die verborgen krachten die ook smachten naar ontplooiing en acceptatie in dat gewoel en binnen dat bonte gebeuren? Cultuur is een stiefkind geworden van de dwangbuis van gouden jarretels die je broekjes moeten ophouden, zo ook de muziek. De kroeg is al lang geen bruin café meer maar een verzamelplaats van ruis en opportuniteit en verstrooiing. Verzuurd trekken we onze pinpas in een achteraf decrescendo van genot, maar een fooitje, ho maar, we voelen ons benepen, uitgeknepen en bestolen door iedereen en vooral door de overheid. Wordt zelfs genot een protagonist van de schijnheiligheid?

Kan men dan nog hopen op tevredenheid, geluk en oprechte liefde? Is het alleen maar een rekensom die slecht wordt uitgevoerd? Misschien doezelen we weg in onbegrip en omarmen we de gek stiekem, de nar die overal schijt aan lijkt te hebben, of is die nou juist ons laatste beetje hoop, de fakkeldrager die licht biedt juist daar waar men beter maar niet heen ziet? Deze oproep tot meer narrigheid in de narigheid en meer dieptegang in de zee van kennis is er voor U, misschien niest u nu even alle allergieën weg en denkt, ja verhip doe niet zo sip en die onderlip naar boven.

Ben niet zo uitgeblust en moe en lach het leven toe, vergeet niet wat rust te geven aan die koe,
die uitgemolken blaakt van ontevredenheid. Eet samen en dans op straat zonder ambtelijke vergunning, houdt een straatbal- carnaval en ga met elkaar in gesprek. Schreeuw niet van de kantlijn tot het lijntje breekt maar bouw op en ben bescheiden in de welvaart die je geniet en die niet vanzelfsprekend is.

Fijne avond nog mijn lieve medemens! M

Thursday, November 21, 2019
Topic(s) of this poem: philosophical
COMMENTS OF THE POEM
READ THIS POEM IN OTHER LANGUAGES
Madrason .

Madrason .

waalwijk netherlands
Close
Error Success