De kleine jongen
met de grote rode pet
van vader in zijn handjes
die als hij groot wordt
zich af moet vragen wie
hij werkelijk was
de stoppelbaard
de warme lach
de knipoog die
hij heel soms
vaagjes kan
herinneren
en ergens in Korea
rolt een stoel
over de modder-keien
met 7 kindjes om zich heen
en met een vrouw
van uit den lande. M
This poem has not been translated into any other language yet.
I would like to translate this poem