De hersenen boven mijn mond
laten me op tijd eten
twee uitlopers sporen
voedsel op en zo is het
uit de hand gelopen
De ogen lieten de handen lopen
naar de oneetbare wereld, en
lieten ze extra kamers bouwen
om spullen te bewaren
Ook ik ging lopen
en van tijd tot tijd terug
trekvogelen naar vroeger
mijn vrienden en familie
waar mijn drang begon
om radslagen te maken
naar een andere wereld
weg van de thuistafel
waar ik uitgegeten was
en in de verte keek, waar
ik aangeraakt hoopte worden
door een nieuwe liefde