Het nachtlampje is nog aan
we zitten op bed, we kijken
elkaar aan en we kijken weg
Onze woorden zijn onzeker
zo bloot
dat ze niet kunnen liegen
maar de waarheid spreken
is te moeilijk, och
we hebben elkaar al
ontdekt, tot aan de grens
van onze schaamte
niet voor het gewone
van onze lichamen
ongeduld, desinteresse
en gemakzuchtig onbenul
maar voor het ontkennen
dat we niet voldoen
aan onze idealen
Hoe kan ik dichterbij
jou in het donker laten voelen
dat het toch wel goed is met ons?