De grote boot, zijn buik vol kleur-
lichamen, uitgevaren naar de wolken
beweegt niet meer
om de hoge berg
die omlaag begint te groeien
Als een zaaddoos springt hij open
bevrucht de hellingen met bloed
uit de oude wereld, met codes
van het geheim van het leven
vers geschreven
die op reis gaan over de aarde
als kleine arken, zwemarken
kruip-, loop- en vliegarken
bloedkoffertjes
vol voorgeschiedenis
van de wereld
de echte wereld
niet de ware
die de mensen
zouden scheppen