Ik heb wel eens iets teruggehoord
van een zus of buur, iets van vroeger
dat mij bijzonder maakt, ach ja
rondgereden door de gewesten
word ik niet meer, in een draagstoel
achter op papa's bagagedrager
met weerhaakjes in mijn huid
die het licht weerkaatsen
met koninklijke allure
nee, kleurloos ben ik niet
al heb ik geen franjestaart
en geen publiek, ik drink
in café De Koningshut
een biertje met jou
en dat is hier de koning