Het woord is onverwoestbaar
gestort, aangeveegd en bewaakt
het heeft puisten en poliepen
van keien en bomen geëffend
neuzen rechtgezet en oren gewassen
met regels en schaamte
want niemand mag verdwalen
daar is geen plaats meer voor
in de Straat van het Volk
want het Boek der Veranderingen
leert dat
er niets valt te ondernemen
bij verdeeldheid
Het woord is suikerzoet
dagelijks een pil tegen de saaiheid
het is toezicht en vulkaanbeton
onder gelijke kappen geworden
het woont onder ons
Op het zuiden zijn de tuinen leeg
in het noorden zijn het Vlindervolk
en Tibet museums met uitleg
in de kleuren van de nieuwe tijd
want het woord is voor iedereen
en behalve voor je naasten is
iedereen voor iedereen iedereen
Iedereen is iedereen