Tonnus Oosterhoff

Tonnus Oosterhoff Poems

(Ze vertelt:) je merkt het niet eens aan dat het geheugen
gaat, ik tenminste,
maar aan zijn doen en laten. Onhandigheid,
verkeerd woordgebruik. Hij begon
Hij begon met zijn been te breken met skieën, dat was
uit een soort bravoure. Terwijl hij altijd ontzettend zorgvuldig
was.
Ontzettend zo zorgvuldig was. En ook. Ik


Ik zag het aan zijn tennissen ook.
Hij tenniste niet meer aanvallend,
het was alleen verdedigend.
Op de kinderen redigeerde hij vreemd. Rea.
Dat zei ik


En continu hetzelfde boek mee op vakantie.


En op zijn werk. Hij wou maar/zo (op de brug) blijven,
(de kapitein op het schip), zijn
zijn collega's hielden een hand


boven zijn hoofd. Hem de.
Maar steeds iets beginnen dat al af is,
telkens en telkens, het
het ging niet meer.
Uiteindelijk thuis zo lang het tehuis


Nu ik dit zo gezien heb (vertelt ze;
het waait, maar dat is buiten), meegemaakt, hij
ik weet niet eens hoe ik me hem herinneren moet
hij was niet eens niet meer dezelfde


en natuurlijk hij is er ook nog . . .
maar nu dit zo
weet ik met de dood is er niets meer weet ik
zeker weet ik.
...

(She tells us:) you don't even notice from the memory
going, I don't at least,
but from the way he acts. Ungainliness,
incorrect use of words. He began
He began by breaking his leg at ski-ing, that was
a kind of bravura. Though he was always terribly
careful.
So terribly careful. And also. I


I saw it from his tennis too.
He no longer attacked at tennis,
it was just defending.
He reacted oddly to the children. Rea.
I said so


And constantly the same book on holiday.


And at work. He just/wanted to stay/like that (on the bridge),
(the captain of the ship), his
colleagues protected


him. Him the.
But always beginning something that's already been done,
again and again, it
was no good anymore.
Finally at home so long the home


Now I have seen this (she tells us:
there's a wind, but that's outside), been through it, he
I don't even know how to remember him
he wasn't even the same anymore


and of course he is still there . . .
but now this is so
I know with death there's nothing more I know
I know for sure.
...

Een vogel houdt van zingen. R houdt van zingen. Hij wordt wakker met keelpijn en zegt lange
tijd tegen wie het maar horen wil (maar er is niemand in huis): ‘Had hij toch keelkanker!
bleek het toch keelkanker! Keelkanker! Jazekerkeelkanker! Zo jong en keelkanker. Ik geef
het je te doen. Keelkanker. Had hij me daar keelkanker! Mooi dat het keelkanker was.
Evengoed keelkanker. Zei je nou keelkanker. Dat hij als eerste ging, dat had ik niet
verwacht. Nee. Wie verwacht zo iets? Nooit niet gerookt of niks. Slokdarm-, nee,
keelkanker. O wat een schrik. O wat een schrik, ook voor zijn omgeving. Ook voor zijn
ouders. Die zijn er kapot van. Dat kun je begrijpen. Hij kon zo mooi zingen. Een vreemde
stem. Wel mooi. Maar nu het te laat is begrijp je dat vreemde veel beter. Keelkanker, hè?
Keelkanker! Al die tijd keelkanker! Maar dapper doorwerken. Altijd moe, maar waarom? Nu
begrijp ik het. Daar, op zijn borstbeen, zat al die keelkanker. Zei je nou keelkanker? Ja
precies! Keelkanker!'
En zo voort. Als een vogel. Het hoogste lied.
...

A bird likes singing. R. likes singing. He wakes up with a sore throat and spends ages saying
to whoever wants to hear it (but there is no-one at home): ‘So it turned out he had
throat cancer! Throat cancer after all! O yes, throat cancer! So young and throat cancer.
You've got to give it to him. Throat cancer. Turned out to be throat cancer. Best for it,
that it was throat cancer. Still, throat cancer. Did you say throat cancer? That he would
be the first to go - never have guessed it. No. Who would have? Never smoked or
nothing. Oesophagus, no, throat cancer. O what a shock. O what a terrible shock also
for his surroundings. Also for his parents. They're gutted. Understandably. He could
sing so beautifully. A strange voice. But nice. Now it's too late you can understand the
strangeness of it much better. Throat cancer, imagine? Throat cancer! All that time it
was throat cancer! But soldiering on at work. Always tired, but why? Now I
understand. There, on his breast bone, that throat cancer had already taken hold. Did
you say throat cancer? Yes, I did! Throat cancer!'
And so on. As a bird. In full morning song.
...

Een in grijsgrauw vanonder zich vullende vrouw
klimt, in de klim gefilmd. Trucage; jij bent het.
Jij bent er ook, ook verrast
en ontroerd. 'Dat die film nog bestaat.' 'Ja.'

Hè? Ochtend half vijf. Dus ik droom nog van
hoewel je in deze vorm niet meer bent allang
Mijn denkvermogen trekt zich achter een donkere schijf

wilsarm, half-wit, smaak nee, verprikkelde tuigen
halverwege het in het leven sterven steken gebleven
(nu) overgeïnteresseerd in opvattingen die anderen aangaan

brand in de molen in de rouwstand
...

A woman filling herself in pale grey from below
climbs, filmed as she climbs. Trick photography; it's you.
You are there too, surprised
and moved. 'To think that film still exists.' 'Yes.'

Huh? Four-thirty a.m. So I'm still dreaming of it
although you've long ceased to exist in this form
My capacity to think slips behind a dark disc

lacks will, half-white, taste no, wrongly stimulated senses
stuck halfway in the process of death-in-life
(now) overinterested in views that concern those others

fire in the mill in mourning
...

Hoe word je van de taak van zeggen hoe het is?
Niet blij. Niet blij met de schuchtere rede allenig.


(Bedenk dan:)
Zei de schrijdende zaadhandel hoe het was?
Nee; maar je onthield het dakbaar.
(Hersenmutor maakt spelen van spellen.)


Het was opeens feest in het hoofd van Truffaut met nog een jaar te
leven: rimpeldoos pimpeldoos rimpelloos pimpelmees.
Vrijdom van gebrek en meningsuiting.
Ik sleep het me voor
Met de mutor de reclame in. De handige reclamejongens hebben er
allemaal een tegenwoordig.


Ik lach te
(Onthoud dit maar. Jam dit maar. Roffel dit maar.
Ook een matige Truffaut is een goede.)


Het is zo geplekt, poëzie. Waar moet ik mijn slepende handtekening
plaatsen? Voor een gedicht moet je eigenlijk met zijn vijven zijn.
(Anders snap je het niet? Bedoel je dat?)


In de reclame is Pierre Kemp
(Waar ik mijn neus wend ruikt ze
Nu weet ik het: ik word bakker!,
heb ik dat goed onthouden? Niet zien, niet zeggen hoe.
De speelgrage-mutor bedienen.)


O jongens, zeg je prevelementjes,
de geschiedenisleraar komt binnen.
Op de mutor is slecht nieuws voor doven en horenden.
'Er is een schuchtere rede die wij afschaffen.'
De realiteit sloopt de mogelijkheden.


Met de strekking naar de speelvelden;
welk gevoel roept het produkt op?
Ouwe Truffoto heeft de mutorreclamebron geslagen,
Kemp rimpelt water uit de rotsen. Vrijheid van uiting.


Nu de voorlopige naam van de eeuwige organisatie nog even.
...

Eerst wordt voorvoorspeld
Iemanden spelden voor dat het kan / dat het mogelijk is /dat als
Hiermanden zeggen, tonen
het kon mogelijk is.


Dan kan het mogelijk (zelfs makkelijk).


Van werkelijk mogelijk lieflijks is de uitvoering het uitleggen van
een zoom aan een ingenomen gewaad.
...

First there's a pre-prediction
Someones predicted that we can / that it's possible / that if
Hereones say, show
we could it's possible.


Then we can possibly (easily even).


Sweetness is the execution of really possible the letting out
of a hem of a garment once taken in.
...

Hoe graag zag ik de weduwnaar een rozetak*
(het schaartje in de and're hand, hij snoeide juist) de dame geven.

Ik zie nog voor me hoe het oog, het meisjesoog vol lichtvocht afscheid
(bij 't troepenschip, het troepenschip) moest afscheid nemen
nemen niet moest afscheid nemen.
Werkelijk Toet. Afscheid doet. Pijn dalende kwint.

(Elke traan was één in boterbon kamertemp Holland.)

Keerde ik in den vleze terug, het lichaam vol
(Twee, drie minuten ongetijd, leven geen spijt) vol plopperwonden.
Ik trouwde, fokte, keek tv, brand, brand, brand, brand in 't zoete dorpje.
Vandaag was ik mijn paspoort kwijt. Mijn vrouw zei: ‘Hier. Let beter op, man.'


* Indachtig de melodie van psalm 138
...

How gladly I saw the widower a sprig of roses*
(shears in th'other hand, he was just pruning) the lady give.

I still see how the eye, the maiden's eye moist light farewell
(by the troop-ship, by the troop-ship) had to bide farewell
bide not had to farewell bide.
Toot-toot. Farewell is. Pain a descending octave.

(Each tear was one in butter ration room temperature Holland.)

Were I to return in this flesh, the body full
(Two, three minutes out of time, life no regret) full of plopper wounds.
I married, bred, watched tv, fire, fire, fire, fire in the sweet village.
Today I lost my passport. My wife said: ‘Here. Take better care, man.'



* With the melody of hymn 138 in mind.
...

Lang ben ik overtuigd, nooit overtuigd geweest.
Ik weet meer dan sommigen maar minder dan anderen denken.
Ik vind in ieder opzicht precies hetzelfde als mijn vader (ook niet).


Op een dag ben ik kwijt het vermogen, het bewustzijn,
de neiging, het evenbeeld
de duivige duizel
...

De luipaard aan de hersenstam
luistert naar de radiowind,
wetend, niet wetend.
Hij heft de poot,
trekt de tong langs zijn vlekken, geeuwt.
Ver weg is een aanrijding.
Een windvlaag trekt door de bomen.
De luipaard geeuwt, rekt zich.
De apen lachen angstig.
Het ondier vertakt zich.
...

Leopard by the brain-stem
listens to the radio wind
knowing, not knowing.
He lifts a paw,
pulls a tongue across his spotted fur.
Far away, there's a collision.
A gust of wind through the trees.
The leopard yawns, stretches.
The apes chatter nervously.
It moves to a new branch.
...

nu mijn buik ongetralied
ovalen camee in hanger geworden is

nu komt het pas bijstaan
geschoren gezogen en wel
dat aufeest van de dood van u

een kruiwagen kiere kiere
zachte krullen en bladeren over u
uitstorten wil ik want ik
hou van u hou van u

verder
als twee druppels water
verder mogen
als we druppels zijn hangen
vallen

vervangen
...

now my belly unlatched
has become oval cameo on a hanger

now it only occurs
shaven weaned and well
that pain-party, that death of yours

a wheelbarrow lull lull
soft curls and leaves over you
I would pour because I
love you love you

furthermore
if two water droplets
are allowed to continue
if we are droplets hanging
falling

replacing
...

Waarover wil je dat ik schrijf
Vraag het vandaag


Gebukt staan + hurken bij een muis, dood,
in de nek gevreten door vier kevers,
oranje windstreken, zeer, zeer zacht snorrend.
een steeds herhaald niet noemen


'Helikopter.' 'Ja, helikopter.'
Helemaal niet; het omgekeerde. 'Afblijven viezerd.'
Nu ligt mijn jongen naast me in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet


Een verder met andreaskruizen, bijenkorven, bloemkolende
wolken
kruisen met een Unionfiets, kind voorop.
De oversteek is gevoelig. 'Hoppelepop.'
'Ja hè? Hoppelepop. Zachte banden.'


Een bij stuift voorbij in de wind langs.
Een zwartkop praat hard in de struiken,
zinsarm op de waaitak.


als glinsteringen henen
'Hoppelepop, hè pappa?' 'Wat?'
'Helikopter.' 'Ja.'


Het dwaze bijeen is het dwaze bijeen
is het dwaze bijeen zijn.


LIED
...

What do you want me to write about
Ask it today


Stand hunched + crouch by a mouse, dead.
gnawed in the neck by four beetles,
orange compass points, very, very softly whirring.
a constantly repeated not naming


'Helicopter.' 'Yes, helicopter.'
Not at all; the reverse. 'Hands off, dirty old man.'
Now my boy lies beside me in the heather
And points out what he sees in the clouds


And so on with St. Andrew's crosses, beehives, crossing cauliflowering
clouds
with a Union bike, child at the front.
The crossing is sensitive. 'Bumpety-bump.'
'Yes, isn't it? Bumpety-bump. Soft tyres.'


A bee whizzes past in the wind.
A blackcap talks loud in the bushes,
senseless on the wind branch.


like glimmerings fade
'Bumpety-bump, isn't it, Daddy?' 'What?'
'Helicopter.' 'Yes.'


Silly together is being silly together
silly together.


SONG
...

De dikke vogel op mijn kinderbroekriem
wil zingen over wat ie ziet:
de bocht van de rivier, aanstromend.
Heeft ie geen ideeën dan? Jawel,
beste ideeën! Maar piet vindt die zing je niet.
Dus
Maar
neem een ho ding bo ding in je vetklem
ho punt bo punt vogelstaart de gollefies
vormen een lichtstorm plat op de bek
vormen stormstromen in de snavel
snijdt het eigen licht het riet
...

The chubby bird on my kid's belt buckle
wants to sing about what he sees:
the bend of the river, flowing this a-way.
Doesn't he have ideas, then? O yes,
the best ideas! But dickey says them you don't sing.
So
But
Take a ho thing bo thing in your bold clasp
ho point bo point bird's tail the waveys
form a light stream flat on the beak
form storm streams in the bird bill
cut the proper light the reeds
...

The Best Poem Of Tonnus Oosterhoff

(Ze vertelt:) je merkt het niet eens aan dat het geheugen

(Ze vertelt:) je merkt het niet eens aan dat het geheugen
gaat, ik tenminste,
maar aan zijn doen en laten. Onhandigheid,
verkeerd woordgebruik. Hij begon
Hij begon met zijn been te breken met skieën, dat was
uit een soort bravoure. Terwijl hij altijd ontzettend zorgvuldig
was.
Ontzettend zo zorgvuldig was. En ook. Ik


Ik zag het aan zijn tennissen ook.
Hij tenniste niet meer aanvallend,
het was alleen verdedigend.
Op de kinderen redigeerde hij vreemd. Rea.
Dat zei ik


En continu hetzelfde boek mee op vakantie.


En op zijn werk. Hij wou maar/zo (op de brug) blijven,
(de kapitein op het schip), zijn
zijn collega's hielden een hand


boven zijn hoofd. Hem de.
Maar steeds iets beginnen dat al af is,
telkens en telkens, het
het ging niet meer.
Uiteindelijk thuis zo lang het tehuis


Nu ik dit zo gezien heb (vertelt ze;
het waait, maar dat is buiten), meegemaakt, hij
ik weet niet eens hoe ik me hem herinneren moet
hij was niet eens niet meer dezelfde


en natuurlijk hij is er ook nog . . .
maar nu dit zo
weet ik met de dood is er niets meer weet ik
zeker weet ik.

Tonnus Oosterhoff Comments

Tonnus Oosterhoff Popularity

Tonnus Oosterhoff Popularity

Close
Error Success